In de eerste plaats worden metingen – die onder gecontroleerde omstandigheden zijn gedaan – gebruikt om te berekenen hoeveel geluid een vliegtuig maakt. Daarnaast worden de meeste routes in alle realisatieberekeningen (berekening voor de situatie die zich al heeft voorgedaan) en in de prognoseberekeningen bepaald op basis van radartracks: gemeten werkelijke vliegpaden dus. Dit vormt de input van de berekeningen.
Waarvoor worden metingen gebruikt
Metingen geven inzicht in de hoeveelheid vliegtuiggeluid rondom een vliegveld. Rond veel luchthavens liggen meetnetten voor geluid. Metingen worden in Nederland gebruikt om mensen te informeren. Zij kunnen via websites informatie over de metingen opvragen. Sommige websites geven ook informatie over de geluidniveaus in de afgelopen maanden of jaren. Geluidmetingen rond luchthavens in Nederland worden niet gebruikt om regels en wetten te handhaven.
Ook worden metingen uitgevoerd voor geluidtabellen, die vervolgens gebruikt worden voor geluidberekeningen. Er worden op dit moment nog geen geluidmetingen gebruikt om de kwaliteit van geluidberekeningen rond Nederlandse luchthavens te verbeteren. Dat gaat komende jaren veranderen. De minister van IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstraat ) heeft het project PAMV (Programmatische Aanpak Meten Vliegtuiggeluid ) (Programmatische Aanpak Meten Vliegtuiggeluid) opgezet om berekeningen en metingen van vliegtuiggeluid te verbeteren en de methoden beter op elkaar te laten aansluiten. Een belangrijk onderdeel van dit verbetertraject is om geluidmetingen te gebruiken om de rekenmodellen in Nederland te valideren en ze waar mogelijk te verbeteren. Onderzoek naar de juiste methode daarvoor is al begonnen.
Foto: meetwagen Amsterdam Airport Schiphol
Beperkingen van metingen
Geluidmetingen hebben een aantal beperkingen:
- Er kan slechts op een beperkt aantal locaties worden gemeten.
- Omgevingsgeluid (stoorgeluiden en achtergrondgeluid) kan metingen verstoren.
- Weersomstandigheden hebben invloed op de meetresultaten.
- Niet elke ‘vliegbeweging’ wordt gemeten.
- De nauwkeurigheid van meetapparatuur beïnvloedt de meetresultaten.
- De plaats van de microfoon beïnvloedt de meting (zowel de ondergrond als eventuele objecten vlak bij de microfoon)
- Metingen geven alleen inzicht in het geluid tijdens de meetperiode. Niet in de toekomst.
Kwaliteit meetapparatuur van vliegtuiggeluid
De gewenste kwaliteit van een geluidmeting hangt samen met het doel van de metingen. Zo kunnen metingen die bedoeld zijn om informatie te geven over geluidniveaus minder precies zijn dan metingen die bedoeld zijn om ze te vergelijken met berekeningen om de berekeningen te verbeteren.
Bij het meten van vliegtuiggeluid wordt bij voorkeur de ISO-norm voor onbemand meten van vliegtuiggeluid gebruikt. In deze norm staan verschillende aanbevelingen, bijvoorbeeld over de meetapparatuur, de meetlocatie en de manier waarop de meetgegevens worden verwerkt. Om de kwaliteit van geluidmeters te bepalen wordt een onderscheid gemaakt tussen een klasse 1- en klasse 2-geluidmeter. De klasse 2-geluidmeter is minder nauwkeurig, maar voor veel doelen goed genoeg.
Veel soorten microfoons, zoals de microfoon van een smartphone, hebben een minder goede kwaliteit dan nodig is voor een klasse 2-geluidmeter. Ook de apps die het meetsignaal verwerken tot akoestische grootheden, zoals het geluidniveau, zijn minder nauwkeurig dan bij een klasse 2-geluidmeter. De meetgegevens die worden verkregen met dit soort microfoons en apps kunnen wel inzicht geven in geluidniveaus. Bij de interpretatie van deze resultaten is het dan belangrijk om met de grotere onnauwkeurigheid rekening te houden.
Omwonenden van luchthavens geven steeds vaker aan dat zij zelf geluidmetingen willen doen. Dat noemen we ook wel citizen science-projecten. In dergelijke projecten is onder andere aandacht nodig voor de kwaliteit en kosten van de meetsystemen (meetkits) en de wijze waarop wordt gemeten. Hoe meetresultaten van omwonenden in de toekomst het best kunnen worden gebruikt, wordt momenteel onderzocht.
Meer informatie over het meten en berekenen van vliegtuiggeluid is te vinden in het rapport ‘Vliegtuiggeluid: meten, berekenen en beleven’.
Openbaarmaking regionale uitwerking meetstrategie vliegtuiggeluid Schiphol
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR (Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum )) en het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) hebben een nationale meetstrategie voor vliegtuiggeluid ontwikkeld. De nationale meetstrategie bevat kaders voor de inrichting van meetsystemen rondom luchthavens in het hele land. De meetstrategie richt zich op het valideren van de huidige rekenmodellen en geven van betrouwbare informatie aan omwonenden betrouwbare informatie. De nationale meetstrategie is regionaal uitgewerkt voor alle luchthavens van nationale betekenis. De presentatieslides voor de regionale uitwerking voor Schiphol zijn te zien via de website van de Omgevingsraad Schiphol.
Samen met het NLR en onderzoeksbureau To70 werkt het RIVM in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) aan de Programmatische Aanpak Meten Vliegtuiggeluid. In een verkenning in 2019 is gekeken naar de mogelijkheden om het stelsel van meten en rekenen van vliegtuiggeluid te verbeteren. De aanbevelingen uit die verkenning worden op dit moment binnen de PAMV uitgewerkt. Een van deze aanbevelingen is de ontwikkeling van een nationale meetstrategie voor verschillende meetdoelen en de regionale uitwerking daarvan.