Hier vindt u een overzicht van de huidige wettelijke kaders voor geluid afkomstig van luchtvaart. Verwacht wordt dat onderdelen in de komende jaren zullen veranderen. Zo zal de Omgevingswet op 1 januari 2024 van kracht worden en is een wijziging van het LVB (Luchthavenverkeerbesluit ) Schiphol aan de Tweede Kamer aangeboden.
De wet- en regelgeving bestaat uit een set kaders op internationaal (ICAO (International Civil Aviation Organization ), EU (Europese unie)) en nationaal niveau. De wet- en regelgeving vormt een basis om de omgeving te beschermen, om ruimte voor de luchtvaart te vergunnen en om (individuele) vliegtuigen te certificeren. Partijen zoals luchthavens, luchtvaartmaatschappijen en vliegtuigfabrikanten gebruiken de wet- en regelgeving voor de naleving. Als laatste in de keten is de handhaving gebaseerd op de regels.
Bescherming tegen luchtvaartgeluid
De Wet luchtvaart vormt met de onderliggende regelgeving het nationale kader voor de vergunningverlening voor de luchtvaart en voor de bescherming van de omgeving tegen luchtvaartgeluid. Dit is voor regionale luchthavens vastgelegd in Luchthavenbesluiten (LHB (Luchthavenbesluiten )) en voor Schiphol in het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB (Luchthavenindelingbesluit )) en Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB (Luchthavenverkeerbesluit )). Deze bescherming uit zich in beperkingen voor zowel de luchtvaart als voor ruimtelijke ontwikkelingen, zoals woningbouw.
Voor de ruimtelijke ontwikkelingen geldt dat rondom luchthavens gebieden zijn vastgesteld waar beperkingen gelden om geluidgevoelige gebouwen toe te laten, zoals woningen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de beperkingen zoals die voor de verschillende luchthavens gelden.
Tabel - Normenkader voor geluid voor het toelaten van nieuwe woningen nabij luchthavens.
Categorie Luchthavens | Geen nadere afweging nodig | Niet toegelaten behoudens uitzonderingen | Uitzonderingen |
---|---|---|---|
Schiphol (LIB) | Buiten de buitengrens LIB 5-gebied. Voor woningbouwlocaties binnen bestaand stedelijk gebied is buiten de grens van het LIB 4-gebied geen afweging nodig. | Binnen LIB 4-gebied. |
|
Andere burgerluchthaven (Besluit burgerluchthavens) | Buiten 48 Lden-contour, zoals hieronder genoemd. In het gebied binnen de 48 Lden en buiten de 56Lden -contour, zoals hieronder genoemd. Mag maar hoeft de provincie geen beperkingen te stellen. | Binnen 56 Lden, zoals hieronder genoemd. |
|
Militaire luchthaven (Besluit militaire luchthavens) | Buiten de 35 Ke-contour. | Binnen 35 Ke-contour. |
De regels en grenswaarden voor het vliegverkeer geven de milieugebruiksruimte per luchthaven. De regels en grenswaarden verschillen per luchthaven. Voorbeelden voor de regels en grenswaarden zijn:
- Een maximumaantal vliegtuigbewegingen
- Regels aan het baan- en luchtruimgebruik
- Grenswaarden voor de berekende geluidbelasting op jaarbasis
De grenswaarden voor geluid zijn gebaseerd op geluidberekeningen met een voorgeschreven rekenmodel. De berekende geluidbelasting op basis van het feitelijke vliegverkeer wordt met hetzelfde rekenmodel aan de grenswaarden getoetst. Er zijn geen grenswaarden voor gemeten geluidniveaus.
In de Wet luchtvaart is voor Schiphol geregeld dat bij een aanpassing van een besluit het beschermingsniveau voor de omgeving nooit lager mag zijn dan dat van het eerste besluit. Dit beschermingsniveau is voor geluid uitgedrukt in onder andere het aantal woningen binnen de 58 Lden-contour en het (berekend) aantal ernstig gehinderden binnen de 48 Lden-contour. Deze gelijkwaardigheid wordt getoetst op basis van dezelfde woningsituatie als waarmee de normen zijn vastgesteld. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de meest actuele inzichten zoals de meest recente woningbestanden. Er zijn geen normen voor de geluidbelasting op individuele woningen.
Om de luchthavenbesluiten aan te kunnen passen, is doorgaans een milieu-effectrapportage (m.e.r.) of een m.e.r.-beoordeling vereist. Hierbij worden de effecten op de omgeving in kaart gebracht. Het bevoegd gezag besluit over de aanpassing van luchthavenbesluiten. Voor Schiphol, de regionale luchthavens van nationale betekenis en de militaire luchthavens is de rijksoverheid bevoegd. Voor de overige luchthavens is de provincie het bevoegd gezag.
Geluidcumulatie
De Wet geluidhinder biedt geluidgevoelige gebouwen, zoals woningen, bescherming tegen geluidhinder van wegen, spoorwegen en industrie. Bij de invoering van de Omgevingswet worden de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder met onderliggende regelgeving vervangen door de Omgevingswet. De Omgevingswet wordt naar verwachting op 1 januari 2024 ingevoerd.
De grenswaarden die daarin gesteld worden, gelden afzonderlijk per geluidbronsoort. Voorbeelden van geluidbronsoorten zijn: wegverkeer, luchtvaart, windturbines. Maar er zijn situaties waar het geluid van meerdere bronnen samenkomt. Voor die situatie stelt de wet dat het bevoegd gezag kwalitatief moet motiveren wat aanvaardbaar is voor het geluid van al die bronnen samen. Binnen een bepaald gebied rondom luchthavens dient daarbij ook het luchtvaartgeluid te worden betrokken.
Actieplan omgevingslawaai
Voor luchthavens met meer dan 50.000 bewegingen handelsverkeer per jaar moet op basis van EU-richtlijn 2002/49/EC inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai elke 5 jaar een actieplan worden opgesteld. Het actieplan omgevingslawaai Schiphol 2018-2023 is volgens deze richtlijn opgesteld. Het actieplan geeft de geluidbelastingkaart voor Schiphol, en de (evaluatie van) gevoerde en te voeren beleidsmaatregelen om het geluid te beperken van het vliegverkeer van en naar luchthaven Schiphol. De richtlijn geldt ook voor de agglomeraties zoals Rotterdam en Eindhoven. Voor de bijbehorende luchthavens zijn er dus ook geluidbelastingkaarten en actieplannen.
Exploitatiebeperkingen
De meest strikte vorm van maatregelen om de geluidoverlast rondom luchthavens te beperken, zijn exploitatiebeperkingen. Exploitatiebeperkingen zijn maatregelen waarbij de toegang van vliegtuigen tot een luchthaven wordt beperkt. Een voorbeeld is vliegtuigen die veel geluid maken niet meer toe te laten op bepaalde (westerse) luchthavens. Deze zijn doorgaans gebaseerd op de certificatie geluidwaarden van vliegtuigen. EU-verordening 598/2014 schrijft voor dat een (dergelijke) exploitatiebeperking moet worden afgewogen tegen de mogelijke maatregelen volgens de evenwichtige aanpak (of Balanced Approach) van ICAO, gericht op:
- Geluidbeperking bij de bron
- Ruimtelijke ordening en beheer
- Operationele maatregelen voor de bestrijding van geluidhinder, voor zover die maatregelen de capaciteit van de luchthaven niet beperken
- Exploitatiebeperkingen
Geluid gerelateerde exploitatiebeperkingen mogen alleen worden ingevoerd wanneer andere maatregelen van de evenwichtige aanpak niet voldoende zijn om geluidhinder te verminderen. De doelstellingen moeten zijn opgenomen in het actieplan.
Geluidcertificatie van vliegtuigen
Het belangrijkste doel van geluidscertificering is om volgens een vaste procedure te bepalen hoeveel geluid nieuwe vliegtuigtypes maken. De geluidproductie wordt aangetoond door procedures die relevant zijn voor de dagelijkse praktijk. Hierbij worden de effecten van de nieuwste beschikbare technologie om het geluid te verminderen, meegenomen. Doordat regelgeving het gebruik van stillere vliegtuigen stimuleert, wordt bij het ontwerp van vliegtuigen met technologische ontwikkeling geprobeerd om de hoeveelheid geluid die een vliegtuig maakt te verminderen. Hierdoor neemt ook het geluid rond luchthavens af.
De geluidproductie moet worden aangetoond door geluidmetingen in drie meetpunten:
- Een meetpunt onder het vliegpad, op 6,5 km na de start
- Een meetpunt onder het vliegpad, op 2 km voor de landing
- Een meetpunt op 450 meter zijwaarts van het vliegpad, tijdens de start
Op de drie meetpunten geldt ook een geluidslimiet. Zowel de geluidproductie als de geluidslimieten worden uitgedruk in. Effective Perceived Noise Level (EPNL (Effective Perceived Noise Level )) in de eenheid (EPNdB (Effective Perceived Noise deciBels )). De EPNL is een maat die specifiek ontwikkeld is en gebruikt wordt voor de geluidcertificatie van vliegtuigen.
Het totale gemeten geluidniveau (de som van de drie meetwaarden) moet voldoen aan de geluidslimieten afhankelijk van het maximale startgewicht, om binnen een bepaalde geluidscategorie te vallen.
Zwaardere vliegtuigen mogen meer geluid maken dan lichtere vliegtuigtypes. Het gewicht wordt uitgedrukt in Maximum Take Off Mass (MTOM (Maximum Take Off Mass
)) of Maximum Take Off Weight (MTOW (Maximum Take Off Weight
)). In de afgelopen tientallen jaren zijn de geluidslimieten aangescherpt: van “hoofdstuk 2” (chapter 2) limieten in 1973 naar de huidige “hoofdstuk 14” (chapter 14) limieten.
EASA houdt een database bij met certificeringsgeluidsniveaus van alle goedgekeurde vliegtuigconfiguraties. Deze database bevat straalvliegtuigen, zware propellervliegtuigen, lichte propellervliegtuigen en helikopters.
Handhaving
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ziet erop toe dat wet- en regelgeving voor de luchtvaart wordt nageleefd. De werkzaamheden die de ILT hiervoor doet, komen voort uit de Wet luchtvaart, Regeling Toezicht Luchtvaart, het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart en het Besluit luchtwaardigheid.
Schiphol
De ILT ziet erop toe dat Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL (Luchtverkeersleiding Nederland )) en de op Schiphol opererende luchtvaartmaatschappijen binnen de vastgestelde milieunormen en milieuregels blijven. Hiermee wordt de geluidbelasting/geluidhinder, de luchtverontreiniging en het veiligheidsrisico voor de omwonenden van Schiphol beperkt. De milieunormen en de milieuregels voor Schiphol vloeien voort uit de Wet luchtvaart en staan in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
De ILT brengt twee keer per jaar verslag uit van de resultaten van de (milieu-)handhaving aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat (handhavingsrapportage).
Luchthavens van nationale betekenis
De ILT ziet erop toe dat de luchthavens en de op de luchthavens opererende luchtvaartmaatschappijen binnen de vastgestelde milieunormen en milieuregels blijven. De milieunormen en milieuregels voor de nationale luchthavens vloeien voort uit de Wet luchtvaart en staan in omzettingsregelingen/luchthavenbesluiten. De ILT brengt één keer per jaar verslag uit van de resultaten van de (milieu-)handhaving aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat (handhavingsrapportage).
Overige luchthavens
De militaire luchthavens Luchthaven Eindhoven en Maritiem Vliegkamp De Kooy (Luchthaven Den Helder) zijn luchthavens die, naast militair luchtverkeer, ook civiel verkeer afhandelen. Voor beide luchthavens geldt dat de Militaire Luchtvaart Autoriteit zowel veiligheidstoezicht als milieutoezicht houdt op de luchthavens. De ILT is verantwoordelijk voor het toezicht op de burgerexploitanten Eindhoven Airport en Luchthaven Den Helder.
Het toezicht op milieu en externe veiligheid voor regionale luchthavens valt onder verantwoordelijkheid van de provincie.